Yvonta Afterlife: hoofdstuk 1, dromen gaan nooit dood
Het was een stralende zomerdag, 22 juli 2050. De zon wierp gouden stralen over het kalme meer en een zacht briesje ritselde door de bladeren van de oude eik waartegen ik leunde. Ik was zeventig jaar oud, een "brie-jarige" zoals ze dat hier noemden, maar ik voelde me jonger dan ooit. Gezond, energiek en vol levenslust. Een glas gemberthee in mijn hand, de warmte verspreidde zich door mijn lichaam, net als de tevredenheid die mijn ziel vulde.
Mijn ochtend was een perfecte weerspiegeling van mijn ideale bestaan: een vredige Tai Chi-les, gevolgd door een uur diepe meditatie, en vervolgens de expressie van mijn ziel op canvas, waar kleuren en vormen dansten onder mijn penseel. 's Avonds wachtte me het genot van een goed boek en warme gesprekken met mijn vrouw, die net als ik haar eigen perfecte dag had beleefd. We woonden in een huis dat naadloos overging in de natuur, met een adembenemend uitzicht op het meer, een plek van serene schoonheid. Wat was ik blij dat mijn dromen waren uitgekomen, dat al mijn harde werk was beloond. Ik herinnerde me nog levendig de scepsis, zelfs de afkeer, toen ik mijn ideeën voor het eerst bekendmaakte. Mensen lachten me uit, noemden me een fantast. Maar toen, als een zaadje dat in vruchtbare grond viel, verzamelde zich een kleine groep gelijkgestemden. Pioniers die verder durfden te kijken dan de horizon van hun eigen tijd. Ze zagen het potentieel, de kiem van een revolutie, en met hun unieke talenten hielpen ze me die te laten groeien. Samen werkten we verder aan ons plan, met vallen en opstaan, braken we barrières af en overwonnen we tegenslagen. Uiteindelijk werd ons initiatief een inspiratiebron voor velen en veranderde het onze kijk op de toekomst, en vooral op de dood.
De zon begon langzaam onder te gaan en de lucht kleurde warm oranje en paars. Terwijl ik de laatste slok thee nam, dwaalden mijn gedachten af naar de technologie die dit alles mogelijk had gemaakt. Dit paradijs, deze utopie, had ik gecreëerd. Niet in het echte leven, nee, dit was Yvonta's gesimuleerde wereld, een digitale wereld die ik zelf had kunnen creëren. De ironie was dat ik al in 2037 was overleden, en mijn vrouw bijna tien jaar later, in 2046. Ik had drie jaar onvermoeibaar aan deze simulatie gewerkt, en in 2030 werd de dienst 'Afterlife' te midden van veel feestgedruis gelanceerd.
Shanaya, inmiddels 33, was de drijvende kracht achter het bedrijf. Ik zag haar nog steeds vaak, want ze logde dagelijks in via VR. Ze verscheen in haar avatar, een jonge, energieke vrouw met dezelfde sprankelende ogen als toen ze een klein meisje was, vol belofte voor de toekomst. Ze vertelde me over de nieuwste updates van Afterlife, over de nieuwe werelden die werden gecreëerd en over de vele zielen die, net als ik, nu hun ideale leven leidden in dit digitale paradijs. Soms kwamen we samen in een van de virtuele openbare ruimtes, zoals het grote plein in 'Nieuw Amsterdam', waar avatars van overleden dierbaren elkaar ontmoetten en de verhalen van hun aardse leven deelden. Het was fascinerend hoe technologie erin was geslaagd zo'n diepe verbinding te simuleren en de kloof tussen de fysieke wereld en de geschapen realiteit te overbruggen.
De gesprekken waren altijd levendig en ik voelde me nog steeds de trotse architect van deze buitengewone wereld. Nieuw Amsterdam leek op New York, maar dan veel mooier. De gebouwen waren verweven met de natuur en het was veel moderner. Je kon zo een meer tegenkomen, waar ik nu thee zat te drinken, haha. De sfeer was moeilijk te beschrijven; het was heel anders dan we in 2025 gewend waren. Destijds draaide alles om geld en macht, en nu ging het om verbinding en welzijn. Het had een compleet ander soort motivatie losgemaakt, een die gericht was op creativiteit, samenwerking en persoonlijke groei. Hier waren de rijkste zielen niet degenen met de meeste valuta, maar degenen met de mooiste verhalen om te delen, de meest inspirerende projecten om te realiseren en de diepste connecties om te leggen. Dit was de ware rijkdom die ik altijd voor ogen had.
Het was verbazingwekkend hoe zo'n diepgaande verschuiving in waarden had plaatsgevonden, iets wat bijna ondenkbaar leek in de 'echte' wereld van 2025. Terwijl de laatste zonnestralen vervaagden en de eerste sterren aan de virtuele hemel verschenen, voelde ik een zachte hand op mijn schouder. Het was mijn vrouw, haar avatar stralend als altijd. "Waar denk je aan, mijn liefste?" vroeg ze, haar stem een melodie van rust.
Ik glimlachte en keek haar aan, haar ogen weerspiegelden de maan die nu hoog aan de virtuele hemel stond. "Ik dacht aan het verleden, en aan onze reis, hoe dankbaar we kunnen zijn." Ze knikte, haar hand pakte de mijne en samen keken we naar de sterren die fonkelden aan de nachtelijke hemel. De stilte sprak boekdelen, gevuld met vrede, de oneindige mogelijkheden van een leven na dit leven. In deze digitale utopie, waar de grenzen van het bestaan vervagen, koesteren we niet alleen onze dromen, maar ook de ware essentie van onsterfelijkheid: het voortbestaan van liefde, verbondenheid en de verhalen die we achterlaten.
